Overslaan en naar de inhoud gaan
ProfessionalGemeentenHet Gezond en Actief Leven AkkoordVersterking mentale weerbaarheid en mentale gezondheid

Versterking van de mentale weerbaarheid en de mentale gezondheid

Een goede mentale gezondheid en een sterke weerbaarheid zijn belangrijk om gezond te leven en gezond op te groeien. Mensen met een goede mentale gezondheid hebben een 15 tot 20 jaar langere levensverwachting dan mensen met een slechte mentale gezondheid. Zo herstellen mensen met een goede mentale gezondheid bijvoorbeeld sneller van lichamelijke ziekten en zijn mentaal gezonde werknemers productiever. Het bevorderen van mentale gezondheid heeft dus een maatschappelijke én economische meerwaarde.

Actielijnen mentale gezondheid

Het versterken van de mentale gezondheid van mensen loopt via vijf landelijke actielijnen. De focus ligt daarbij op jongeren en jongvolwassenen in de leeftijd van 12 tot 27 jaar én volwassenen en ouderen in een kwetsbare sociaaleconomische positie.

Gemeenten kunnen samen met hun netwerkpartners en inwoners het lokale beleid voor mentale gezondheidsbevordering verder uitwerken. Het is belangrijk dat gemeenten daarbij samenwerkingsverbanden en -afspraken tussen de verschillende domeinen stimuleren: mental-health-in-all-policies. Bijvoorbeeld door het verbeteren van de samenwerking tussen het sociaal domein, de huisartsenzorg en de GGZ. Door het versterken van de sociale basis en door het inrichten van mentale gezondheidscentra in de regio, in overeenstemming met de afspraken in het Integraal Zorgakkoord (IZA).

Onder het versterken van de mentale gezondheid valt ook de regionale en lokale uitwerking van de doelen van landelijke programma’s als Kansrijke Start, de Landelijke Agenda Suïcidepreventie, het Meerjarenprogramma Depressiepreventie en Een tegen eenzaamheid.

Cijfers

Om een beeld te krijgen van de mentale gezondheid van de inwoners in West-Brabant is hieronder een selectie gemaakt van indicatoren die wijzen op mentale problemen en/of het ontwikkelen en voorkomen van mentale problemen.

Psychische klachten

Psychische klachten onder jongeren, volwassenen en ouderen worden gemeten met de ‘Mental Health Inventory 5’ (MHI-5). Deze geeft een indicatie van de psychische gezondheid, waaronder bijvoorbeeld je somber voelen en zenuwachtig zijn.

Van de jongeren (2e en 4e klas VO) in West-Brabant heeft in 2021 29% psychische klachten. Onder de doelgroep jongvolwassenen kampt in 2022 de helft (53%) met psychische klachten.

Bijna een vijfde van de volwassenen in West-Brabant heeft in 2020 psychische klachten. Het aandeel volwassenen met psychisch klachten is in 2020 gestegen ten opzichte van 2009 (19% versus 15%). Van de West-Brabantse ouderen heeft in 2020 16% psychische klachten. Dit percentage is gedaald ten opzichte van 2009 en 2012. De percentages inwoners (jongeren: 2e en 4e klas VO, volwassenen en ouderen) met psychische klachten (hier ook genoemd ‘voelt zich psychisch ongezond’) per gemeente zijn te zien in onderstaande figuur.

Diagram met cijfers over psychische klachten

Hoog risico op angststoornis of depressie

Aan de hand van verschillende vragen is het risico op een angststoornis of depressie vastgesteld met de Kessler Psychological Distress Scale (K10). Onder volwassenen in de regio West-Brabant heeft 7% in 2020 een hoog risico op een angststoornis of depressie. Dit aandeel is toegenomen ten opzichte van 2009. Onder ouderen ligt het percentage in 2020 op 4%. Dit percentage is afgenomen ten opzichte van 2009. Bekijk de percentages onder deze twee groepen per gemeente.

Veerkracht en Weerbaarheid onder jongeren en jongvolwassenen

Veerkracht

Om veerkracht te meten is jongeren gevraagd of zijn na een moeilijke periode weer snel herstellen. In West-Brabant herstelt in 2021 64% van de jongeren zich na een moeilijke periode meestal weer snel (2e/4e klas VO). De percentages per gemeente vind je in de Brabantscan. Van de jongvolwassenen in West-Brabant noemt 52% het herstel na een moeilijke periode in 2022 snel.

Weerbaarheid is de basis voor een goede psychische gezondheid. Weerbare jongeren hebben zelfvertrouwen en kunnen goed voor zichzelf opkomen, met respect voor anderen. Zij kunnen ook, al dan niet na een periode van experimenteren, gezonde keuzes maken ten aanzien van de eigen leefstijl. Van de jongeren in de regio uit de 2e en 4e klas van het VO is in 2021 14% onvoldoende weerbaar. Dit percentage is de afgelopen jaren toegenomen (8% in 2015; 10% in 2019). Bekijk het percentage jongeren dat onvoldoende weerbaar is in de verschillende gemeenten in West-Brabant. Onder jongvolwassenen in de regio ligt het percentage dat onvoldoende weerbaar is in 2022 op 18%.

Stress

Van de West-Brabantse jongeren (2e/4e klas VO) voelt 46% zich (zeer) vaak gestrest door één of meer factoren (2021). Gebieden waarop jongeren veel stress ervaren zijn: school of huiswerk, wat anderen van hem of haar vinden en de combinatie van alles wat een jongere moet doen. Bekijk de percentages op gemeenteniveau. Onder jongvolwassenen uit de regio ligt het percentage dat zicht (heel) vaak gestrest voelt op 46% (2022).

Van de volwassenen in de regio gaf in 2020 20% aan (heel) veel stress te hebben ervaren in de afgelopen 4 weken. Onder ouderen ligt dit percentage op 6%. Bekijk de percentages per gemeente op de Brabantscan.

Zelfdoding

Een op de vijf jongeren (2e en 4e klas VO) in West-Brabant gaf aan er de laatste 12 maanden wel eens (= een enkele keer tot heel vaak) serieus over te hebben gedacht om een eind te maken aan het leven. Vijf procent van de jongeren dacht hier (heel) vaak serieus over na. Uit de Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen 2022 komt naar voren dat een derde van de jongvolwassenen in de regio de afgelopen 12 maanden wel eens serieus nadacht over suïcide. Zes procent van de jongvolwassenen dacht hier (heel) vaak aan. Onder volwassenen gaat het in 2020 om één op de tien volwassenen die de laatste 12 maanden wel eens serieus gedacht heeft een eind aan het leven te maken. Eén procent dacht hier vaak serieus aan.

De percentages jongeren en volwassenen met suïcidale gedachten per gemeente vind je hier.

Panelonderzoek

In 2022 vroegen we het panel van GGD West-Brabant naar hun mentale gezondheid. Er wordt o.a. gevraagd naar wat men doet bij angstige of sombere gevoelens en wat men helpt om zich mentaal gezond te voelen. De uitkomsten van dit panelonderzoek geven een beeld van wat er op mentaal gebied speelt onder de inwoners van West-Brabant. Bekijk de infographic met de uitkomsten.

Doelgroepen

Geslacht

Vrouwen hebben vaker psychische klachten en een hoog risico op een angststoornis of depressie

Jongens hebben over het algemeen een gunstigere score op de MHI-5 dan meisjes. In de regio West-Brabant is het verschil tussen jongens en meisjes significant voor de resultaten van de Corona Gezondheidsmonitor Jeugd 2021. Ook onder jongvolwassenen scoren mannen in 2022 gunstiger op de MHI-5 dan vrouwen. Dit beeld zien we ook onder volwassenen en ouderen.

Meisjes en jongvolwassen vrouwen vaker onvoldoende weerbaar

Uit de resultaten van de gezondheidsmonitor jeugd blijkt dat (significant) meer jongens dan meisjes in West-Brabant voldoende weerbaar zijn. Ditzelfde verschil zien we onder jongvolwassenen, waarin voor 2022 11% van de jongvolwassen mannen onvoldoende weerbaar is versus 25% van de jongvolwassen vrouwen.

Vrouwen ervaren vaker stress (overall en/of op bepaalde gebieden)

Jongvolwassen vrouwen ervaren vaker stress op de gebieden ‘studie/school’ en ‘de combinatie van alles wat zij moeten doen’ dan jongvolwassen mannen. In de resultaten van de volwassenen en ouderenmonitor zien we dat vrouwen in de afgelopen 4 weken vaker stress hebben ervaren dan mannen. Ook zijn er meerdere gebieden waarop zij vaker stress ervaren dan mannen.

Migratieachtergrond

Ook het hebben van een migratieachtergrond speelt een rol bij het hebben van psychische klachten. West-Brabantse volwassenen en ouderen met een niet-westerse migratieachtergrond hebben in 2020 bijna twee keer zo vaak psychische klachten als volwassenen met een Nederlands achtergrond. Ook volwassenen met een westerse migratieachtergrond scoren ongunstiger op psychische klachten.

Op het gebied van stress zien we een significant verschil tussen volwassenen met een niet-westerse migratieachtergrond en volwassenen met een Nederlandse achtergrond op twee of meer gebieden (19% versus 14%). Bij ouderen zien we dit onderscheid niet.

Sociaaleconomische status

West-Brabanders (18+) met een lage sociaaleconomische status (mensen die geen opleiding hebben, alleen lagere school hebben gevolgd of lbo/vmbo/mavo niet hebben afgemaakt en die tot de laagste inkomensgroep behoren) ervaren twee keer zo vaak psychische klachten (34,7%) dan mensen met een hogere sociaaleconomische status (17,3%). Een hoog risico op een angststoornis of depressie ligt bij de groep met een lage sociaaleconomische status ruim twee keer zo hoog. Op de gebieden wonen, opvoeding, sociaal contact, familie, relatie, studie en werk, wordt door 18-plussers met een lage sociaaleconomische status vaker heel veel stress ervaren dan volwassenen met een niet lage SES. Ook het percentage dat de laatste 12 maanden vaak of soms serieus nadacht om een einde te maken aan het leven, liggen hoger in deze groep dan in de groep met een hogere sociaaleconomische status.

LHBTQ+

In de landelijke resultaten van de Corona Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen zien we dat jongeren die zichzelf als non-binair of anders dan man of vrouw beschouwen of zich identificeert als LHBTQ+*, aanzienlijk vaker mentale moeilijkheden ervaren, vaker eenzaam zijn en de meerderheid suïcide gedachten heeft.

*LHBTQ+ is een verzamelterm die staat voor lesbisch, homo, biseksueel, transgender en queer. De ‘+’ in LGBTI+ staat voor de vele andere genderidentiteiten, genderexpressies en seksuele voorkeuren die daarnaast nog bestaan.

Wat werkt?

Het RIVM benoemt in de factsheet ‘Effectieve interventies en beleid mentale gezondheid en preventie (2022)’, een aantal basisprincipes die de kans op succes vergroten bij het bevorderen van de mentale gezondheid:

  • Stimuleer factoren die de mentale gezondheid beschermen.
  • Dring risicofactoren voor mentale gezondheidsproblemen terug.
  • Signaleer problemen vroegtijdig en zet vroege interventies in.
  • Besteed op belangrijke sleutelmomenten in de levensloop aandacht aan mentale gezondheid, zoals bij de overgang naar een andere levensfase.
  • Organiseer of richt de leefomgevingen waar mensen gedurende hun levensloop opgroeien, wonen, studeren, werken en ouder worden, zodanig in dat ze de mentale gezondheid bevorderen. Denk hierbij aan thuis, de wijk, de school, de werkplek, de zorg of online.
  • Pak mentale gezondheidsproblemen bij de bron aan door mental-health-in-all-policies. Werk samen met meerdere beleidsdomeinen, zoals preventie, sociaal domein, zorg, onderwijs, werk en inkomen en wonen. Heb daarbij aandacht voor sociale of economische omstandigheden die de mentale gezondheid beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan armoede, werkeloosheid, schulden, eenzaamheid of onzekere huisvesting. Werk niet alleen samen op lokaal niveau, maar ook op regionaal en zo nodig ook landelijk niveau.
  • Werk aan een integrale aanpak, waarin het bevorderen van beschermende factoren, het terugdringen van risicofactoren en vroegsignalering en vroege interventies terugkomen.
  • Zorg voor een duidelijke regievoerder op deze integrale aanpak en een goed functionerend netwerk van deskundige samenwerkingspartners in alle relevante domeinen.

Erkende interventies

Binnen de basisprincipes voor het succesvol werken aan mentale gezondheid is het belangrijk om te werken met effectieve of op zijn minst kansrijke interventies. Om de keuze tussen de vele interventies enigszins te vereenvoudigen, bracht het RIVM in samenwerking met het Trimbos-instituut en GGD GHOR Nederland de factsheet ‘Effectieve interventies en beleid mentale gezondheid en preventie’ uit (2022). De factsheet geeft een overzicht van mogelijke beleidsmaatregelen en kansrijke en/of effectieve programma’s en interventies, ingedeeld naar levensfase en leefomgeving.

Download het overzicht met interventies

Integrale aanpak als basis

Voor jongeren en volwassenen in een kwetsbare positie biedt de integrale aanpak van bijvoorbeeld het programma de Gezonde School, het thema Welbevinden of de Gezonde wijkaanpak een mooie basis voor het inzetten van erkende interventies.

Thema’s

Wat opvalt, is dat er relatief veel aanbod is voor het bevorderen van welbevinden en het verminderen van depressie bij de jongere doelgroepen (tot 18 jaar). Voor thema’s als burn-out, postnatale depressie en de aanpak van eenzaamheid, ontbreken (effectieve) interventies vaak.

Programma Vrienden

Het aanbod voor de jongere doelgroepen is zoals gezegd relatief groot. Toch is er een interventie die er voor de GGD West-Brabant uitspringt: het programma Vrienden.

Vrienden richt zich op het voorkomen en behandelen van angstige en depressieve gevoelens bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 4 tot en met 16 jaar. Vrienden kan zowel in individueel als groepsverband worden aangeboden, bijvoorbeeld op scholen. Vrienden is beoordeeld als ‘effectief volgens sterke aanwijzingen’, de hoogste toekenning van effectiviteit in Nederland.

Het programma Vrienden vormt één van de bouwstenen van de GGD-aanpak mentale gezondheid voor VO-scholen: Gezien, Gehoord, Gesteund.

Specifieke doelgroepen

Ook valt op dat er voor een aantal specifieke doelgroepen geen of heel beperkt interventies zijn: leerlingen in het speciaal onderwijs, studenten, ouderen en moeilijk bereikbare groepen zoals mensen met een lage sociaaleconomische positie of een migratieachtergrond. In het algemeen is er weinig aanbod voor de aanpak van sociale omstandigheden van mentale gezondheid

Regionale samenwerking

Voor leerlingen in het VO werkt de GGD samen aan de uitrol van een brede aanpak mentale gezondheid op scholen met het Samenwerkingsverband Brabantse Wal, de GGZ Westelijk Noord Brabant, het Regionaal Samenwerkingsverband Breda e.o. en GGZ Breburg. De aanpak kent als basis de vier pijlers van de Gezonde Schoolaanpak. Belangrijke bouwstenen zijn de realisatie van een steunpunt Jeugdpreventie op school en het inzetten van effectieve interventies, zoals Vrienden.